IN HET KORT
|
In haar aangrijpende en introspectieve werk met de titel « Nooit arriveren », nodigt schrijfster Béatrice Commengé ons uit om de ware aard van de reis te bevragen. Ze laat ons navigeren door haar eigen jeugdherinneringen en door dromen van geïdealiseerde bestemmingen. Door de bladzijden heen ontvouwt zich een werk en een verhaal met twee stemmen, die persoonlijke verhalen en reflecties over de betekenis van bestemming en levenspaden met elkaar vermengt. Deze aangrijpende tekst dringt tot ons door: is de reis werkelijk synoniem voor een aankomst?
De nostalgie van de geboortegrond
Als dochter van pieds-noirs behandelt Béatrice Commengé met zorg de pijn van het ontwricht zijn van haar geboortegrond. Haar verhaal ontvouwt zich tussen Europa en Afrika, en elke terugkeer naar de familieëlan is een belofte van begraven herinneringen en roerende landschappen. Ze steekt meerdere keren de Middellandse Zee over, een symbolische en materiële overtocht, soms herontdekt, soms met een gevoel van angst voor de afstand die haar verleden van haar heden scheidt. Deze zoektocht naar identiteit is vervlochten met een diep verlangen: een herverbinding met wat verloren is gegaan.
Een vooraf geplande reis: l’Insula Ovidiu
Vanaf de eerste bladzijden wordt de lezer meegenomen aan de zijde van de auteur in haar minutieuze voorbereiding van een reis naar l’Insula Ovidiu, het eiland van Ovidius. Van een aanvankelijk project dat voor maart 2020 gepland was, voedt Commengé een toespeling naar de literatuur en de mythe, in de hoop de herinnering aan deze geëxileerde schrijver te eren. Het idee om op 20 maart aan te komen, de verjaardag van Ovidius, verandert in een metafoor van de wens om te voltooien en een verbinding te maken met de geschiedenis. Echter, de werkelijkheid doet op indringende wijze haar intrede, waarmee het fantasie het tastbare confronteert.
De spanning tussen bestemming en reis
In haar verhaal onderzoekt Commengé de spanning die bestaat tussen de zo verlangde bestemming en de reis zelf. Wat danst tussen deze twee polen is een parallel tussen het fysieke en het psychologische. De reis, verre van een simpele rechte lijn naar een haven, wordt een reeks omwegen en verrijkende ontdekkingen. Ze herinnert ons eraan dat vaak niet de eindbestemming belangrijk is, maar alles wat we beleven tijdens deze reis. Commengé creëert zo een vertelwijze waarin de tussenstops en ontmoetingen de weg markeren naar een diepere zin dan enkel een goede aankomst.
Van droom naar realiteit: de schaduw van onzekerheid
Reisverhalen stralen vaak de geur van onvoltooide dromen uit. Béatrice Commengé vormt hierop geen uitzondering. Naarmate de details van haar reis vorm krijgen, stuit ze op de contingenties van de wereld om haar heen, de wrijving van de werkelijkheid die de idealisering van haar reis doorbreekt. Covid-19 en de pandemie dwingen haar om haar verwachtingen te herdefiniëren, te filosoferen over de ware aard van wat ze hoopte te vinden op l’Insula Ovidiu. Elke stap van de reis wordt een herdefiniëring van haar aspiraties en een acceptatie van het onverwachte. Hoe kun je tevreden zijn met een zoektocht naar identiteit die gemarkeerd is door de onmogelijkheid om aan te komen?
Het boek als verlangen naar ontsnapping
De pen van Béatrice Commengé weeft een literaire en biografische vertelling, vol tederheid en melancholie. « Nooit arriveren » beperkt zich niet tot een zoektocht naar bestemming; het is ook een uitnodiging om het boek te beschouwen als een ruimte voor ontsnapping en reflectie. Door te lezen, wordt de reis opgenomen in een literaire dimensie waar de lezer zelf wordt uitgenodigd om zich te projecteren, te dromen. Het werk van Commengé herinnert ons eraan dat reizen, of ze nu werkelijk of imaginair zijn, hun eigen interne horizonten bezitten, en zo gedachten, herinneringen en emoties bevrijden.
Conclusie uitnodigend tot reflectie
De rijkdom van de reis ligt misschien in de verscheidenheid aan paden die worden bewandeld. Terwijl ze zich vragen stelt over het belang van aankomst, spoort Béatrice Commengé ons aan om de stratificaties van elke stap te overwegen, een subtiele mengeling van zelfverkenning en ontdekking van de wereld. Zo wordt het idee van bestemming, zelfs wanneer het lijkt te vervagen, een echo van de overeenkomsten tussen onze verhalen en die van anderen, een onuitputtelijke zoektocht naar betekenis voorbij de oevers. We nemen met ons mee, als een vluchtige herinnering, het idee dat de rijkste reizen die zijn die de simpele notion van aankomst overstijgen.